dessert wijnen

Hoe lekker is het om na het hoofdgerecht nog van een dessert wijntje te genieten ...........

Tegenwoordig een beetje in de vergetelheid geraakt zijn de dessertwijnen. Dat is een beetje jammer en vergelijkbaar met een schot ruim naast het doel na een mooi opgezette aanval. Net als een smakelijk dessert is een bijpassende dessertwijn een fraaie afsluiting van een geslaagd etentje. Op het flesetiket is deze soort wijn vaak herkenbaar door de tekst VDN. Dit staat voor Vin Doux Naturel oftewel zachte en zoete wijn. De zachtheid van de wijn wordt verklaard door het hoge restsuikergehalte of het alcoholpercentage.  Dit bepaalt ook het zoetgehalte van de wijn. De dikke tranen aan de binnenkant van het glas verraden de alcohol in de wijn. Zowel witte (groene) als blauwe druiven lenen zich voor dessert wijn. In de regel komen de dessert wijnen uit de wat warmere wijngebieden. Bekende dessert wijnen zijn Port, Sherry en VDN van de Muscat-druif of de Noble Riesling.

Vreemd genoeg worden bepaalde dessert wijnen als aperitief gedronken. Zoals PX-Sherry of Port. Dit type wijn is daar, zo kort voor het eten, vaak niet op zijn plek. Zeker niet als er nog “normale” wijn volgt. Goede dessert wijn is wijn om rustig van te genieten met iets kleins erbij voor de appetijt. Oudere vintage port doet het goed bij olijven of een kaasplankje. Muskaatwijn kan vanwege zijn fruit en zoetheid de perfecte wijn zijn voor fruit/ijsdesserts. Schenk de wijn niet in een te klein glas maar gebruik hiervoor bij voorbeeld een mooi tulpvormig portglas. Dessertwijnen moeten flink gekoeld geserveerd worden. Als vuistregel geldt tussen de 8° en 10° C. De wat oudere Port echter komt het beste tot zijn recht tussen de 14° en 16° C. Bon Appetit!